donderdag 29 december 2016

Terugblik seizoen 2016

De laatste jaren is mijn keuze qua stekken en soort visserij verdeeld in twee min of meer uitersten, lichte tot zeer lichte visserij in de Oosterschelde en een veel zwaardere aanpak c.q. omstandigheden op de stranden.
Eigenlijk niet zo vreemd, de laatste 2 a 3 jaar is het voor 80% scholenbaars wat de klok slaat in de Oosterschelde met hier en daar een mooie vis, om zoveel mogelijk voldoening te krijgen ga je het materiaal aanpassen aan het aanbod, steeds een stapje lichter dus.


Ieder zijn mening maar persoonlijk vind ik het geweldig leuk om met klein kunstaas en een lichte uitrusting de stekken af te struinen, finesse zeg maar, dunne lijnen, een korte lichte spinhengel, plugjes van pak hem beet 6- tot 8 cm aangevuld met wat soortgelijke softbaits.
Baarsjes van 30- a 40cm bevist op deze wijze zijn een “feestje”, gewoon geweldig leuke visserij, ook een sporadische 50er of 60er geven “vuurwerk” maar zijn evengoed prima te drillen aan een lichte uitrusting, in mijn ogen veel, en veel leuker dan met (te) zwaar materiaal.


Al met al was de visserij in de Oosterschelde zeker de moeite waard in het afgelopen seizoen, af en toe knappe aantallen maar evengoed was het ook regelmatig zoeken naar een paar vissen, varieren in techniek en kunstaasaanbod geeft dan vaak de doorslag, ook op de taaie dagen is het een voldoening als je uiteindelijk toch aan paar vissen weet te verleiden.


Uiteraard zijn de oppervlakte plugjes ingezet, en met stip de mooiste manier van zeebaarsvissen, opvallend dat vaak juist kleinere oppervlakte plugjes goed scoren waar de wat grotere het laten afweten, subtiel is vaak het antwoord op rustig weer en of helder water om toch de zeebaars te triggeren.


 De visserij op de stranden vraagt om een totaal andere aanpak, juist bij een stevige wind uit de westhoek en een forse branding zijn de kansen het grootst, hier is een zwaardere uitrusting een must, een hengel van 2,90 mtr met een CW van 7- tot 35 gram voorzien van een Daiwa in de 3000 klasse is mijn uitgangspunt.


Waden is zo goed als altijd een must om voldoende afstand te halen, zeker met softbaits i.c.m. lichte jig heads, kopjes van pak hem beet 7- tot 14 gram, het is tenslotte zaak om dicht tegen de bodem te vissen, het liefst zo traag  mogelijk, zware jig heads zijn geen optie.
Als het zeewater eenmaal goed op temperatuur is komen uiteraard de (oppervlakte) pluggen ook aan bod en kunnen op bepaalde dagen goed “scoren”.


Lijn en voorslag moeten ook een “pak” zwaarder dan de visserij in de Oosterschelde, in tegenstelling tot deze laatste gaat het bij de “surf” visserij langs de stranden vaak om mooie baarzen, opvallend weinig kleine baars in vergelijking met de Oosterschelde, maar juist baarzen van een mooi formaat met hier en daar zelfs kapitale vissen.


Dit geldt zeker voor de tweede helft van het seizoen, in de laatste maanden worden ze dikker en sterker, zo trof ik een gouden dag eind september, een werkelijk weerzinwekkende sessie waar ik een grote school dikke baarzen trof die enkele uren voor de kant bleef foerageren.
Forse vissen uit diverse jaar klassen, 60+ers, 70+ers en enkele 80+ers, enfin een “gouden” sessie met een astronomisch aantal grove baarzen, een sessie die ik wellicht  nooit ga vergeten.


Al met al was 2016 tegen m,n verwachtingen in een mooi seizoen, zeker beter dan de voorgaande jaren, het gaat me iets te ver om het een topjaar te noemen, wel een top sessie zoals boven omschreven, voor de topjaren moet ik een heel eind terug in de tijd.
Zoals gezegd, gezien de laatste jaren een prima seizoen, hopelijk zet deze tendens zich voort in het komende seizoen, ik zie er in ieder geval nu al naar uit.