De laatste jaren is mijn keuze qua stekken en soort visserij
verdeeld in twee min of meer uitersten, lichte tot zeer lichte visserij in de
Oosterschelde en een veel zwaardere aanpak c.q. omstandigheden op de stranden.
Eigenlijk niet zo vreemd, de laatste 2 a 3 jaar is het voor
80% scholenbaars wat de klok slaat in de Oosterschelde met hier en daar een
mooie vis, om zoveel mogelijk voldoening te krijgen ga je het materiaal
aanpassen aan het aanbod, steeds een stapje lichter dus.
Ieder zijn mening maar persoonlijk vind ik het geweldig leuk
om met klein kunstaas en een lichte uitrusting de stekken af te struinen,
finesse zeg maar, dunne lijnen, een korte lichte spinhengel, plugjes van pak
hem beet 6- tot 8 cm aangevuld met wat soortgelijke softbaits.
Baarsjes van 30- a 40cm bevist op deze wijze zijn een
“feestje”, gewoon geweldig leuke visserij, ook een sporadische 50er of 60er
geven “vuurwerk” maar zijn evengoed prima te drillen aan een lichte uitrusting,
in mijn ogen veel, en veel leuker dan met (te) zwaar materiaal.
Al met al was de visserij in de Oosterschelde zeker de
moeite waard in het afgelopen seizoen, af en toe knappe aantallen maar evengoed
was het ook regelmatig zoeken naar een paar vissen, varieren in techniek en
kunstaasaanbod geeft dan vaak de doorslag, ook op de taaie dagen is het een
voldoening als je uiteindelijk toch aan paar vissen weet te verleiden.
Uiteraard zijn de oppervlakte plugjes ingezet, en met stip
de mooiste manier van zeebaarsvissen, opvallend dat vaak juist kleinere
oppervlakte plugjes goed scoren waar de wat grotere het laten afweten, subtiel
is vaak het antwoord op rustig weer en of helder water om toch de zeebaars te
triggeren.
Waden is zo goed als altijd een must om voldoende afstand te
halen, zeker met softbaits i.c.m. lichte jig heads, kopjes van pak hem beet 7-
tot 14 gram, het is tenslotte zaak om dicht tegen de bodem te vissen, het liefst
zo traag mogelijk, zware jig heads zijn
geen optie.
Als het zeewater eenmaal goed op temperatuur is komen
uiteraard de (oppervlakte) pluggen ook aan bod en kunnen op bepaalde dagen goed
“scoren”.
Lijn en voorslag moeten ook een “pak” zwaarder dan de
visserij in de Oosterschelde, in tegenstelling tot deze laatste gaat het bij de
“surf” visserij langs de stranden vaak om mooie baarzen, opvallend weinig
kleine baars in vergelijking met de Oosterschelde, maar juist baarzen van een
mooi formaat met hier en daar zelfs kapitale vissen.
Dit geldt zeker voor de tweede helft van het seizoen, in de
laatste maanden worden ze dikker en sterker, zo trof ik een gouden dag eind
september, een werkelijk weerzinwekkende sessie waar ik een grote school dikke
baarzen trof die enkele uren voor de kant bleef foerageren.
Forse vissen uit diverse jaar klassen, 60+ers, 70+ers en
enkele 80+ers, enfin een “gouden” sessie met een astronomisch aantal grove
baarzen, een sessie die ik wellicht nooit ga vergeten.
Al met al was 2016 tegen m,n verwachtingen in een mooi
seizoen, zeker beter dan de voorgaande jaren, het gaat me iets te ver om het
een topjaar te noemen, wel een top sessie zoals boven omschreven, voor de
topjaren moet ik een heel eind terug in de tijd.
Zoals gezegd, gezien de laatste jaren een prima seizoen,
hopelijk zet deze tendens zich voort in het komende seizoen, ik zie er in ieder
geval nu al naar uit.